Saturday 26 May 2007

Ik kan motorrijden

... min of meer toch. Vandaag ben ik naar een screening geweest: een door MAG georganiseerde, door STAM uitgevoerde en door de Vlaamse overheid gesponsorde test met als doel het controleren in welke mate motorrijders hun motor kunnen beheersen. Het is een ideale gelegenheid om te weten te komen wat je sterke en zwakke punten zijn en of je misschien niet beter enkele rijlessen zou nemen.

De dag begon in 't Hofke van Geel waar iedereen zich tussen 0830 en 0900 moest aanmelden. Bij deze aanmelding hoorde het invullen van een enquête waarin je jezelf evalueerde. In totaal hadden er zich 11 mensen ingeschreven en zijn er 7 komen opdagen.

Rond 0910 reden we dan in groep naar het oefenterrein, een ruime parking van 'den Bel' (Alcatel, maar nu zit er een ander bedrijf). Hier stonden al kegels klaar voor de verschillende oefeningen.
De eerste test was een klassieke slalom: 4 kegels op een rij, links vertrekken, rond de laatste terugkeren en over een houten balk rijden.
De volgende test was een slalom 'uit verband': de kegels stonden niet op een rij maar verder van elkaar zodat de bochten veel scherper waren.
Voor de derde test waren er twee vierkanten opgesteld die elkaar met een hoek raakten. De bedoeling was om in het eerste een bocht van 180° naar rechts te nemen en in het tweede vierkant een bocht van 180° naar links.
De volgende test startte met de klassieke examenoefening: 10m rijden en daar minimum 12 seconden over doen. Dit werd gevolgd door een slalom met 'smalle doorgangen.' In principe worden daar vaten van 1.5m hoog voor gebruikt, maar nu moesten we het met kegels doen, wat het iets gemakkelijker maakte. Op het einde van deze slalom moesten we keren rond een kegel, de slalom terug nemen en eindigen door nog eens over een houten balk te rijden, maar dit keer een stop-and-go inlassen. Dit hield in dat je bij het afrijden van de balk even stilstaat (voorwiel eraf en achterwiel er nog op), zonder evenwel de voeten op de grond te zetten. Een 'surplaceke' dus, maar dan met de motor; veel moeilijker dan met de fiets.
Na deze eerste vier tests reden we terug naar het Hofke voor het middageten (broodjes) en daarna weer terug naar het oefenterrein voor de laatste test.
De laatste test was de remproef: aan 40km/h in tweede versnelling correct een noodstop uitvoeren.

Alle oefeningen werden eerst voorgedaan door Stijn, de instructeur van STAM, waarna we ze zelf moesten uitvoeren. Op deze eeerste uitvoering werden punten gegeven en volgde een bespreking van de fouten. Omdat we met zo weinig waren (het maximum voor één instructeur is 15 man bij deze tests), kregen we nog een oefenrun waarbij we individuele feedback kregen. Daarna volgende nog een testrun waarop weer punten werden gegeven.

Motorrijden bestaat uit drie dingen: kijktechniek, tractiecontrole, en zithouding. Alle oefeningen werden op deze drie eigenschappen gequoteerd. Iedereen startte met 7 punten en er werden er afgetrokken als tegen deze technieken werd gezondigd.
Kijktechniek is gebaseerd op de stelling 'je rijdt waarheen je kijkt;' kijk je naar het gevaar, dan rij je er ook op. Kijktechniek had ik geleerd bij de rijschool en heb ik ook steeds toegepast op de weg, dus daar had ik niet zo veel problemen mee.
Tractiecontrole was nieuw voor mij: een motor is enkel stabiel als de motor je achterwiel aandrijft; bij ontkoppeld rijden heb je minder controle op rechte stukken en geen controle tijdens bochten. Je moet dus zorgen dat er altijd aandrijving is. Daarnaast moet je je stabiliteit ook steeds kunnen corrigeren: als je dreigt om te vallen, is de eerste reactie het uitsteken van een been om een voet op de grond te zetten. Dit werkt bij lage snelheden, maar bij 50 km/h moet je dat al niet meer proberen. De correcte remedie tegen omvallen is gas geven. Echter, gas geven als je in eerste versnelling in rallenti aan het rijden bent geeft een enorme schok die je nog meer destabiliseert.
De correcte manier om traag te rijden is bijgevolg: de motor op 2000 rpm houden (rallenti is 1000 rpm) door gas te geven, snelheid onder controle houden door de koppeling te laten slippen (niet bepaald gezond met de droge koppeling van een auto of sommige motoren, maar minder erg met een natte koppeling) en te remmen met de achterrem. Wanneer je op deze manier traag rijdt, kan je onmiddellijk zonder schokken versnellen door de koppeling te lossen en gas te geven en onmiddellijk vertragen door de koppeling in te knijpen of te remmen.
Toen Stijn de oefeningen voorreed brandde zijn remlicht voortdurend.
Tot slot de zithouding: de bal van de voet moet op de voetsteunen, armen niet gestrekt, polsen recht houden. Ook dingen die ik al vanuit de rijschool meehad en toepaste.

Na de remtest reden we terug naar het Hofke en moesten we opnieuw een enquête invullen, exact dezelfde als in het begin van de dag, maar deze keer beïnvloed door onze inzichten verworven tijdens de tests. Ook volgde er een individuele bespreking van onze aandachtspunten.

De resultaten van mijn tests en mijn aandachtspunten zal ik wel eens in een volgende post opsommen.

Tuesday 1 May 2007

Gefietst

Mijn laatste niet-gemotoriseerde fietstocht was een eeuwigheid geleden: zondag 18 september 2005, de dag voor ik ging werken: 90.86km @ 24.7km/h, max 41.4km/h. Sindsdien had ik me regelmatig voorgenomen om nog eens terug te gaan fietsen, maar daar kwam niets van terecht. Op een vijftal ritten naar een of andere winkel na, maar dat telt niet mee.

Vandaag, meer dan anderhalf jaar later, heb ik de draad terug opgenomen. Het ging iets minder goed dan de vorige keer: 21.81km @ 23.0km/h, max 37.6km/h. De kracht was er nog wel (getuige de maximumsnelheid en het feit dat mijn fiets een kilo of twintig weegt), maar het uithoudingsvermogen is weg.
Het duurde ook lang voor mijn ademhaling en hartslag normaliseerde: pas na 15km, het begin van het einde van de rit. Dat laatste stuk was wel ideaal: trage diepe regelmatige ademhaling, een hartslag rond de 124bpm, wind mee, goed wegdek (dijk van het Netekanaal) en een constante snelheid van 29km/h.

Eenmaal terug thuis voelde ik wel aan m'n benen dat ik de tocht zeker niet langer had moeten maken. Vooral de trap afgaan was weer koddig, ik moest er zelfs bij gaan zitten.